Wat is een antibiotica

Mensen kunnen infecties krijgen door virussen, bacteriën, schimmels, protozoën en wormen. Bactericide antibiotica doden micro-organismen (meestal bacteriën) en bacteriostatische antibiotica remmen de groei van micro-organismen. Vroeger werd er onderscheid gemaakt tussen de chemische bereide chemotherapeutica en de biologisch bereide antibiotica. Tegenwoordig wordt de term ‘antibiotica’ vrijwel universeel gebruikt voor beide soorten. Antibiotica kunnen via een tablet, capsule, drankje, injectie of infuus worden toegediend.

Antibiotica werkt alleen tegen bacteriën, niet tegen virussen en een kater. Bij griep, verkoudheid of waterpokken is het daarom niet effectief, bij ernstige infecties zoals longontsteking wel. Er is één gevaar: bacteriën kunnen resistent worden tegen een antibioticum en dan helpt dit geneesmiddel niet meer. Daarom is het ook van groot belang dat u uw kuur afmaakt.

Hoe werkt een antibiotica

[bewerken]Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige planten die zich onder gunstige omstandigheden zeer snel kunnen vermenigvuldigen. Sommige bacteriën zijn nuttig voor een mens. In de darmen helpen ze bijvoorbeeld bij het verteren van voedsel. Maar bacteriën kunnen ook een infectie veroorzaken zoals een blaasontsteking, longontsteking, een maagzweer of tuberculose. Beruchte bacteriën zijn tegenwoordig de Salmonella- en de Legionellabacterie. Antibiotica bestrijden bacteriën.

Weerstand

Als iemand voldoende weerstand heeft, bestrijdt zijn afweersysteem de ziekmakende bacteriën. Koorts is een teken dat het afweersysteem aan het werk is. Vaak kan de patiënt, eventueel met wat rust, op eigen kracht genezen: de ziekte gaat dan ‘vanzelf` over, zonder medicijnen. Dus als het niet nodig lijkt te zijn, schrijft de arts liever geen antibioticum voor.

Soms heeft een patiënt echter niet genoeg weerstand tegen een infectie. Dan vindt de arts het belangrijk om wél een antibioticum voor te schrijven om het afweersysteem van de patiënt te helpen. Antibiotica zijn er in de vorm van tabletten, capsules, een drankje, injecties of – in het ziekenhuis – een infuus.

Soorten antibiotica

Er zijn verschillende soorten antibiotica. Bijvoorbeeld: penicillines, tetracyclines, macroliden. Ze werken tegen verschillende soorten bacteriën, die verschillende aandoeningen veroorzaken. De bijwerkingen kunnen ook verschillend zijn.

Antibiotica doden bacteriën of remmen hun vermenigvuldiging. In het gebruik is dat verschil niet zo groot. Aan de hand van de klachten kiest de arts een antibioticum. Als de arts precies wil weten welke bacterie de infectie veroorzaakt, wordt hiervoor bijvoorbeeld urine of pus onderzocht in een laboratorium.

Ziekten

Heel verschillende ziekten worden behandeld met een antibioticum. Bijvoorbeeld:

[bewerken]Ernstige luchtweginfecties
Een voorbeeld is een longontsteking. Maar bij zogenoemde ‘hoge luchtweginfecties` in keel en neus, en bij oorontsteking, hebben antibiotica weinig zin, omdat deze aandoeningen meestal veroorzaakt worden door een virus.

Maagzweer

Maagzweer wordt vaak veroorzaakt door de bacterie Helicobacter. De behandeling bestaat uit een mengsel van verschillende antibiotica in combinatie met een maagzuurremmer.

Blaasontsteking

De arts kiest een antibioticum dat goed via de nieren en de blaas wordt uitgescheiden, zodat het geneesmiddel een hoge concentratie heeft op de plek waar het nodig is. Naast het gebruik van het antibioticum moet je bij blaasontsteking veel water drinken en regelmatig gaan plassen om de urinewegen goed `schoon te spoelen`.

[bewerken]Legionella-infectie
Legionella-infectie heet ook wel; veteranenziekte. Het is een soort longontsteking die verspreid wordt via waterdruppeltjes en door inademing van waterdamp. Ter voorkoming kunt u beter geen water dat een tijd heeft stilgestaan gebruiken en de boiler goed heet zetten: boven 65ºC.

Salmonella-besmetting

Salmonella-besmetting is een vervelende darminfectie door onvoldoende hygiëne in de keuken. Deze is te voorkomen door het voedsel door en door te verhitten en te zorgen dat gekookt voedsel niet in aanraking komt met rauw voedsel via handen, bestek of snijplank.

Een Chlamydia-infectie

Chlamydia-infectie is evenals andere seksueel overdraagbare aandoeningen zoals syfilis, gonorroe, trichomoniasis (veroorzaakt door de bacterie Trichomonas) is dit te voorkomen door veilig vrijen.

Tuberculose

Deze besmetting wordt behandeld met een combinatie van antibiotica. Een probleem bij tuberculose is dat de bacterie Mycobacterium tuberculose is snel resistentie ontwikkelt.

Antibiotica zijn heel effectief als ze zorgvuldig worden gebruikt.

Kuur afmaken

Maak een antibioticakuur altijd af. Gebruik de medicijnen zorgvuldig tot ze op zijn of zolang als de arts heeft voorgeschreven. Ook als de klachten zijn verdwenen, want dat wil niet zeggen dat alle ziekmakende bacteriën uit het lichaam weg zijn. Eerder stoppen geeft de achterblijvers de kans zich weer te vermenigvuldigen. Dan steekt de ziekte opnieuw de kop op. Bovendien zijn die achterblijvers vaak taaie rakkers en deze krijgen dan de kans om resistent te worden voor dat antibioticum. Een kuur duurt vaak vijf to tien dagen. Soms korter, soms langer.

Innemen

Wanneer en hoe vaak u een antibioticum moet innemen hangt af van het soort antibioticum. Het staat vermeld op het etiket. Het is belangrijk dat u het innemen goed verdeelt over de dag zodat de hoeveelheid medicijn in het lichaam constant blijft. Voorbeelden:

1 keer per dag: elke dag op hetzelfde tijdstip 3 keer per dag: om de 8 uur, dus bijvoorbeeld om 7.00 – 15.00 – 23.00 uur. 4 keer per dag: bijvoorbeeld 7.00 – 12.00 – 17.00 – 23.00 uur. Op het etiket kan ook staan: innemen een half uur vóór, of twee uur na de maaltijd. Sommige antibiotica werken namelijk beter als je ze op een lege maag inneemt.

Tabletten of capsules kunt u het beste innemen met water terwijl u staat of zit. Houd bij het doorslikken het hoofd een beetje naar voren en drink er een flink glas water achteraan. Zo gaat het medicijn snel door de slokdarm naar de maag; dat is belangrijk, er zijn namelijk antibiotica die de slokdarm kunnen beschadigen als ze blijven steken.

Oplostabletten laat u uiteenvallen in een beetje water. Drink dit mengsel op en drink er nog een glas water achteraan.

Een drankje (suspensie) wordt vaak voorgeschreven voor kinderen. Schud de fles eerst flink, zodat de werkzame stof goed over het drankje verdeeld raakt. Meet dan pas de dosis af. Geef na het innemen eventueel nog wat water of limonade. In de apotheek kunnen ze u vertellen waarmee u een drankje eventueel mag mengen.

Vergeten?

Hebt u vergeten uw antibioticum op tijd in te nemen? De algemene regel is: doe het zo snel mogelijk alsnog. Maar als het al bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem dan de vergeten dosis niet meer in en neem de volgende dosis op de normale tijd. Maak wel de kuur af tot alle tabletten op zijn. Bel bij twijfel even met uw apotheek. Daar geven ze u hierover graag advies.

Het is mogelijk dat verschillende geneesmiddelen elkaars werking verminderen of versterken. Dan is er sprake van een wisselwerking of interactie. Daarom: laat uw arts of apotheker weten welke middelen u nog meer gebruikt. Bijvoorbeeld de medicijnen die u zijn voorgeschreven door een specialist of die u zonder recept bij apotheek of drogist heeft gehaald. Als u altijd naar dezelfde apotheek gaat, dan staat daar in de computer welke receptmiddelen u gebruikt; er wordt gesignaleerd of er een wisselwerking kan zijn en of het nodig is om u extra informatie of een waarschuwing mee te geven.

Combinaties die niet goed samengaan:

Tetracycline of penicilline met de anticonceptiepil: de betrouwbaarheid van de pil kan minder worden; gebruik tijdelijk een extra voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld condooms.

Antibioticum (tetracycline) met middelen die het maagzuur neutraliseren: de tetracycline wordt niet opgenomen.

Antibioticum (erytromycine) met simvastatine; dit is een middel tegen een te hoog cholesterolgehalte. Bij deze combinatie wordt de simvastatine niet goed afgebroken in de lever en kunnen er bijwerkingen optreden. Daarom zal de arts u meestal adviseren tijdelijk de simvastatine niet te nemen.

In het algemeen geven antibiotica weinig bijwerkingen. Bovendien verdwijnen ze meestal vanzelf weer als de kuur is afgemaakt.

Diarree

Diarree of dunne ontlasting komt het meest voor; logisch, want het antibioticum valt ook de goedaardige bacteriën in de darmen (de darmflora) aan. Maar dunne ontlasting kan ook een gevolg zijn van de ziekte waarvoor het antibioticum is voorgeschreven.

Overgevoeligheid

Overgevoeligheid voor een bepaald antibioticum komt soms voor. De verschijnselen zijn: rode vlekjes op de huid, jeuk of koorts. Neem bij zulke klachten contact op met uw arts. Als u eenmaal weet dat u overgevoelig bent voor een bepaald antibioticum, geef dit dan door aan de apotheek. Dan zetten ze het in de computer. Zodat u een volgende keer niet per ongeluk hetzelfde antibioticum krijgt.

Lichtovergevoeligheid

Lichtovergevoeligheid – overgevoeligheid voor UV-straling in het zonlicht – kan veroorzaakt worden door doxycycline en tetracycline. Het gevolg is een hevige zonnebrand, ook bij mensen die gewoonlijk niet snel verbranden. Dit staat op het etiket of in de bijsluiter. Het is beter om dan zo min mogelijk in de zon te komen en buiten voor extra bescherming te zorgen: dicht geweven kleding, iets op het hoofd en een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor; ook bij bewolkt weer, want dan is de schadelijke UV-straling toch aanwezig. Soms is het mogelijk uw aandoening te behandelen met een ander antibioticum dat deze bijwerking niet heeft.

Andere bijwerkingen

De mogelijke bijwerkingen staan in de bijsluiter. Als u hinder hebt van klachten die niet overgaan, dan is het verstandig contact op te nemen met uw huisarts of apotheker. Doe dat ook bij klachten die niet in de bijsluiter staan.

Resistentie

Een verminderde of in het geheel geen reactie na toediening van een antibioticum wordt ‘resistentie’ genoemd. Van ‘primaire resistentie’ is sprake wanneer het micro-organisme direct vanaf het begin geen reactie vertoont. Bij ‘secondaire resistentie’ reageert een micro-organisme in het begin wel op het antibioticum, maar later niet meer. Resistentie kan verschillende oorzaken hebben. Elk levend organisme, dus ook een micro-organisme, is continu bezig zich zo goed mogelijk aan te passen aan veranderingen in de omgeving. In een omgeving waarin (veel) antibiotica voorkomen, bedenken zij ‘trucs’ om te overleven. Door deze aanpassing worden ze resistent. Deze resistentie kunnen ze overdragen op hun nakomelingen én op andere micro-organismen in hun omgeving. Er zijn aanwijzingen dat ook door ‘toevallige’ of ‘spontane’ mutaties in het erfelijk materiaal (DNA) van micro-organismen resistentie kan ontstaan. Op die manier kan er dus resistentie optreden tijdens de behandeling of kunnen personen al vanaf het begin geïnfecteerd zijn met resistente bacteriën

Goed om te weten

U kunt zelf helpen resistentie te voorkomen door:

U aan de juiste dosis en duur van de kuur te houden;
Contact met uw behandelend arts op te nemen als er na twee dagen nog geen verbetering is opgetreden;
Restjes antibiotica niet te bewaren ‘ voor de volgende keer’. Het middel kan inmiddels verminderd werkzaam zijn of in het geheel niet geschikt voor de nieuwe infectie.