Wat is een turbo
Bij verbrandingsmotoren wordt een turbo of eigenlijk “turbocompressor” of “turbolader” gebruikt om de hoeveelheid lucht in de cilinders te vergroten en daarmee ook het vermogen. Er zijn twee types compressoren. Een turbo wordt of aangedreven door de krukas of door een kleine turbine die door de uitlaatgassen wordt aangedreven.
In 1905 verkreeg de Zwitserse ingenieur Alfred Buchi een patent op het gebied van de turbocharger, maar de materialen waaruit een moderne turbolader is opgebouwd werden pas ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sindsdien is het gieten van metalen en het beschikbaar komen van diverse andere materialen dusdanig verbeterd dat turbocharging ook economisch een goede oplossing is om het motorvermogen te laten toenemen. In dit artikel wordt de op uitlaatgassen aangedreven turbo beschreven.
Hoe werkt een turbo
Het is eigenlijk heel simpel, een turbo dient om het rendement van de motor te verhogen, en als bijgevolg hem krachtiger te maken. Een manier om dit te doen is door meer lucht in de motor te laten. Een turbo doet dit door lucht samen te drukken, waardoor er meer lucht in de motor kan. En hoe meer lucht in een motor, hoe meer zuurstof, hoe krachtiger de motor.